Canción – Verde que te quiero verde – Uitleg in het Nederlands – A2 / B1

Romance Sonámbulo Federico García Lorca

Prachtig liedje, over hoop en dood, ‘esperanza y muerte’, gebaseerd op het gedicht van Garcia Lorca ‘Romance sonámbulo’.

Het gedicht vertelt ook een waargebeurd verhaal.

Het begint met een zigeunerin die op haar vriend aan het wachten is, daarom is ze ‘verde’. Ze wacht bij de leuning van een hoog balkon of terras (‘baranda’). De nacht is koud, met sterren van vorst (‘grandes estrellas de escarcha’), verontrustend:

    ‘la higuera (‘vijgenboom’) frota su viento
    con la lija (‘schuurpapier’) de sus ramas,
    y el monte, gato garduño (‘wilde kat’),
    eriza (‘stekelt’) sus pitas agrias (‘bitere agaven’).

De vriend van het meisje is een smokkelaar. Samen met een compagnon (‘compadre’), die ook de vader van het meisje is, haalt hij goederen uit boten (ze gaan van de ‘barco’ naar de ‘montaña’). In een van zijn tochten is hij dodelijk gewond geraakt door de Guardia civil. Hij wil terug naar huis, wil stoppen met het smokkelen en bij haar blijven:

    ‘quiero cambiar mi caballo por su casa,
    mi montura por su espejo,
    mi cuchillo por su manta’.

Hiervoor is het te laat, zijn ‘compadre’ zeg tegen hem: jongen (‘mocito’) als ik zou kunnen, zou ik die deal sluiten voor jou:

    ‘Si yo pudiera, mocito,
    este trato se cerraba’.

Maar hij is dodelijk gewoond:

    ‘¿No ves la herida que tengo
    desde el pecho a la garganta?
    Trescientas rosas morenas
    lleva tu pechera blanca.’

Zijn bloed vloeit en ruikt rond zijn brede riem (‘faja’):

    ‘Tu sangre rezuma y huele
    alrededor de tu faja’.

Hij wil in zijn bed sterven: ‘en las sábanas de Holanda’.

Zijn vriend (‘compadre’) gaat met hem mee terug naar huis. Hij zoekt zijn bitter meisje (‘dónde está tu niña amarga’), dat zo lang op hem wachtte (‘tantas veces te esperó’)

Ze kunnen haar niet vinden, ze is weg, van wanhoop heeft ze zich van het leven geroofd, in een put treffen ze haar, groen, met de kleur van de dood (in tegenstelling tot de normale huidskleur)

    ‘Sobre el rostro (gezicht= ronde oppervlakte) del aljibe (put)
    se mecía la gitana (wiegde de ziegeunerin zich).
    Verde carne, pelo verde,
    con ojos de fría plata.
    Un carámbano de luna (maan ijskegel)
    la sostiene sobre el agua.’

Een andere bredere interpretatie van het einde:
Als metafoor zouden we ook kunnen denken dat ze weg is, vertrokken is, en dus dood voor hem is. Hij ziet haar als reflectie in de put, dus weg, koud, nog groen, van haar hoop, die koude waanhoop is geworden.

De tekst en uitleg van het gedicht in het Spaans:
Texto y comentario en español de ‘Verde que te quiero verde’